Componisten geboren in 1953
Kevin (Francis) Hanlon (*South Bend, Indiana, Verenigde Staten, 1 januari 1953) studeerde compositie aan de de Indiana University in South Bend, de Eastman School of Music en de Universiteit van Texas in Austin, waar hij in 1983 afstudeerde. hij studeerde daar bij onder meer Barton McLean, Samuel Adler, Warren Benson en Mario Davidovsky. Zelf doceerde hij aan de Universiteit van Kentucky in 1982 en 1983, de Universiteit van Arizona van 1983 tot 1988 en de Southern Methodist Universiteit, vanaf 1988 tot heden (2018) Als gitarist werkte hij mee aan allerlei uiteenlopende ensembles en bands. Kevin Hanlon componeerde in elk geval • 11 orkestwerken • 10 kamermuziekwerken - Golven van wind, voor blokfluitensemble • 4 vocale werken
John Luther Adams (*Meridian, Mississippi, Verenigde Staten, 23 januari 1953) begon als teenager te spelen als drummer in rockbands. Via de muziek van Frank Zappa leerde hij die van Edgard Varèse, Morton Feldman en John Cage kennen. John Luther Adams ging studeren aan het California Institute of the Arts bij James Tenney en Leonard Stein. Na zijn afstuderen in 1973 werkte hij in de natuurbescherming in Alaska. In 1978 vestigde hij zich daar permanent. In de jaren tachtig was hij paukenist en slagwerker bij het Fairbanks Symphony Orchestra en het Arctic Chamber Orchestra. In 2014 won John Luther Adams hij de Pulitzerprijs voor muziek voor zijn compositie Become Ocean. Het tijdschrift Musical America koos hem als componist van het jaar 2015. John Luther Adams componeerde • 3 toneelmuziekwerken • 15 orkestwerken - Sila: The Breath of the World, 2013, voor vijf instrumentale ensembles van elk 16 muzikanten, die verspreid zitten door de ruimte. - Become Ocean, 2013, geïnspireerd door de oceanen van Alaska en Noordwest Amerika, gedreven door het spookbeeld van smeltend ijs en en stijgende zeespiegel. Moderne-muziekhit, bekroond met een Pulitzerprijs - Become Desert, 2017, woestijnsoundscape voor groot orkest en koor - Become River, 2020, afsluiting van de Become Trilogie • 24 kamermuziekwerken - In a Treeless Place, Only Snow, 1999, voor celesta, harp (of piano), 2 vibrafoons, strijkkwartet, meditatief - The Light Within, 2007, voor altfluit, basklarinet, vibrafoon/crotales, piano, viool, cello en elektronica - The Wind in High Places, 2011, voor strijkkwartet, het weidse landschap van Alaska met verstemd strijkkwartet, open snaren en boventonen • 4 (series) werken voor (solisten), koor en orkest of instrumenten • 4 werken voor zangstem en piano • 6 werken voor een instrument solo - Three High Places, 2007, voor cello solo • film– en Tvscores • 5 elektronische muziekwerken
Lars Karlsson (*Åland, in the Baltische Zee, 24 januari 1953) studeerde aan de Sibelius Academy af in kerkmuziek en compositie. Compositie studeerde hij daar bij Einar Englund, Paavo Heininen en Einojuhani Rautavaara en in West Berlijn bij Witold Szalonek. Zelf doceerde hij aan de Sibelius Academy vanaf 1976 en werkte sinds die tijd ook als muziekrecensent Lars Karlsson componeert in een traditionele nieuw-tonale stijl. Hij is een romantische modernist, wat niet door iedereen wordt gewaardeerd. Lars Karlsson componeerde • 2 opera’s - Scenes from the Finnisg War, 2010, libretto Lars Huldén • 1 oratorium • pianowerken - Five Aphorisms for piano, 1970 • 2 symfonieën • concerten - klarinetconcert, 2016 • koorwerken • kamermuziekwerken - Suite for Helena, 1994, voor blaaskwintet • liederen - Zeven liederen op teksten van Pär Lagerkvist, 2011 I. Lento doloroso (Ångest, ångest är min arvedel…) Wagner ontmoet de 21ste eeuw • orgelwerken - Toccata, Variations en Fugue over het lied “Den blomstertid nu kommer”.
Alexander Mikhailovich Raskatov (*Moskou, Rusland, 9 maart 1953, zoon van een maatgevende journalist van het tijdschrift Krokodil, studeerde compositie bij Albert Leman op het Conservatorium Moslou. Raskatov was lid van de Unie van Sovjet Componisten; na de ineenstorting van de Sovjet Unie is hij lid van de Componisten Vereniging Rusland. In de negentiger jaren verhuisde hij naar Duitsland, in 2004 naar Frankrijk.. Alexander Raskatov componeerde • 3 opera’s - A Dog's Heart opera in 2 akten, 2009; libretto Cesare Mazzonis naar het verhaal van Mikhail Bulgakov uit 1925. Het verhaal van een hond (die symbool staat voor Rusland) die wordt omgebouwd tot mens en misdaden begaat. • 3 orkestwerken - A White Nights Dream, 2011 • 16 concerten - altvioolconcert Path-Put-Chemin-Weg, 2003. De NTR maakte hier een documentaire over. - In Excelsis, Concerto voor viool en orkest, 2008 - pianoconcert, 2013 in opdracht van het Residentie Orkest Den Haag voor pianiste Tomoko Mukaiyama - Time's River, hoboconcert, 2022, heel interessant, gecomponeerd voor hoboïst Alexei Ogrintchouk • 2 werken voor blaasensemble. • 24 kamermuziekwerken • 7 pianowerken • 23 werken voor zangstem(men), (koor) en piano of instrumenten - Praise, voor vier mannenstemmen en kerkklokken, 1998; - Obikhod, voor vier mannenstemmen en strijkorkest, op oudslavische liturgische teksten, 2003, voor het Hilliard ensemble gecomponeerd;
Victor Kissine (*Leningrad, Rusland, 15 maart 1953) studeerde compositie en muziekwetenschap aan het Rimsky-Korsakov Conservatorium van Sint-Petersburg bij Mikhail Druskin. In 1990 verhuisde hij naar België. Victor Kissine is docent instrumentatie en muziekanalyse aan het Koninklijk Conservatorium (Bergen) en het Institut National Supérieur des Arts du Spectacle in Brussel Victor Kissine componeerde • 3 opera's • 2 balletten • 2 muziektheaterprodukties • 4 orkestwerken • 6 concerten - Between two waves, concerto voor piano en strijkers, 2006 - Barcarola voor soloviool, strijkers en percussie, 2007. • 1 werk voor koor a cappella • 2 werken voor zangstem met begeleiding • 16 kamermuziekwerken/ - Duo voor altviool en cello, 1998 - Duo nr. 2 voor altviool en cello, 2011 - Caprice, 2012, voor viool en piano, verplicht werk voor het Koningin Elisabethwedstrijd 2012 (viool). • 1 werk voor twee piano's • 3 solowerken • 3 arrangementen • 40 filmscores
Peter Hannan (*Montréal, Canada, 19 maart 1953) studeerde muziek aan de Universiteit van Brits Columbia. Daarna studeerde hij tot 1978 blokfluit-uitvoeringspraktijk aan de Guildhall School of Music and Drama in London. In 1979 en 1980 studeerde hij nog bij Kees Boeke aan het Sweelinck Conservatorum in Amsterdam. Peter Hannan heeft lesgegeven aan de universiteit van Brits Columbia, de Simon Fraser Universiteit en het Vancouver Community College. Peter Hannan componeerde • 1 videoinstallatie • 5 opera’s • 2 theatermuziekwerken • 6 orkestwerken, of werken voor groot ensemble ook met elektronica • 1 werk voor koor en orkest • 3 koorwerken • 4 kamermuziekwerken, ook met live electronica • 1 werk voor blokfluit - RSRCH 12/84 Dream voor solo tenorblokfluit, 1984, een fantastische tocht door de timbres van de blokfluit, bestaat ook in een versie voor klarinet • 5 (series) werken voor zangstem of vocaal ensemble, (instrumenten) en/of electronica • 1 werk voor klavecimbel solo
Christos Hatzis (*Volos, Griekenland, 21 maart 1953) studeerde accordeon en harmonieleer aan de dependance Volos van het Helleens Conservatorium in Athene. Hij voltooide zijn muziekstudies in de Verenigde Staten aan de Eastman School of Music en aan de Staatsuniversiteit van New York in Buffalo bij Morton Feldman. In 1980 emigreerde Christos Hatzis naar Canada, waar hij inj 1985 naturaliseerde tot Canadees burger. Sinds 1995 doceert Christos Hatzis aan de muziekfaculteit van de Universiteit van Toronto. Christos Hatzis comnponeerde • 19 orkestwerken - The Isle Is Full of Noises, 2013, geïnspireerd op de “The Tempest” van William Shakespeare • 14 koorwerken • 22 kamermuziekwerken - Nadir, voor blokfluit, altviool en geluidsband, wervelend werk • 18 installaties • 4 radiofonische produkties The Idea of Canada, 1992 http://homes.chass.utoronto.ca/~chatzis
Camilla Söderberg (*Stockholm, Zweden, 25 maart 1953) groeide op in Wenen. Zij studeerde van af haar 12de blokfluit bij dr. René Clemencic en Hans Maria Kneihs aan de Muziekacademie van Wenen. Daarna studeerde Camilla Söderberg vanaf 1970 nog aan de Schola Cantorum Basiliensis in Zwitserland bij Jeanette van Wingerden. Ze studeerde ook drie jaar lang elektronische muziek. Vanaf 1980 woonde Camilla Söderberg jarenlang in IJsland. Op het moment woont ze weer in Zweden (2016). Op haar vijftigste hing Camilla Söderberg haar blokfluiten aan de wilgen en besloot ze haar leven aan componeren te gaan wijden. Camilla Söderberg componeerde • Kamermuziekwerken, ook met elektronica - Sononymus nr. 2, voor 3 blokfluiten en live electronics, 2004 - Flop, voor bas- of tenorblokfluit en piano of elektroakoestisch mengpaneel, 2012 • werken voor instrumenten solo, ook met elektronica - Djúp er sorgin (Diep bedroefd), voor tenorblokfluit, 2004 - Born to loneliness, voor tenorblokfluit en live electronics, 2007 • elektronische muziekwerken
Colin Michael Touchin (*Liverpool, Engeland, 3 april 1953) studeerde klarinet bij Graham Turner aan het Royal Northern College of Music in Manchester. Daarna studeerde hij muziek aan het Keble College in Oxford. Na zijn afstuderen was hij van 1974 tot 1979 docent houtblazers in Stockport, graafschap Greater Manchester. Vanaf 1978 was hij dirigent van het Trafford Youth Training Orchestra & Wind Band. Vanaf 1982 doceerde hij aan de Chetham’s School of Music in Manchester en sinds 1987 was hij hoofd van de afdeling compositie. Van 1989 tot 2003 was hij directeur van de muziekafdeling van de Universiteit van Warwick in Coventry. Colin Touchin dirigeerde diverse koren en orkesten. Tegenwoordig (2016) is hij dirigent van het Warwickshire Youth Orchestra en de Derbyshire City and County Youth Wind Band. Colin Touchin componeerde • 2 orkestwerken • 7 werken voor harmonie–orkest • 12 werken voor blokfluitorkest - Divertimento No. 4, 2002 - Dance Rituals, voor blokfluitkamerorkest, 2008 - Manchester Welcome, ritmisch en tonaal met milde dissonanten - Jubilee Overture, 2017, feestelijk virtuoos • 3 koorwerken • 6 kamermuziekwerken
Chen Yi (*Guangzhou, China, 4 april 1953) is de dochter van doctors en muzikanten, haar moeder speelde piano, haar vader was violist, haar oudere zus was een wonderkind, en haar jongere broer werkt ook als muzikant in China. Chen Yi (in China staat de voornaam, in dit geval “Yi” altijd achteraan) begon op haar derde piano te studeren bij Li Su-xin en viool bij Zheng Ri-hua. Na tien jaar kwam daar vanwege de Culturele Revolutie min of meer een eind aan. Ze legde een deken in de piano om het geluid te dempen en speelde ook met een demper op haar viool. Maar toen ze vijftien was, werd het ouderlijk huis doorzocht, werden alle bezittingen meegenomen, en werd het gezin uit elkaar gehaald en verspreid over verschillende locaties om op het platteland te werken. Chen Yi gebruikte haar tijd op het platteland om de Chinese volkscultuur te leren kennen en waarderen. Op haar zeventiende kwam te terug in Guangzhou en kon daar aan het werk als concertmeester in het orkest van het Beijing Opera Gezelschap in Guangzhou. Van 1978 tot 1986 studeerde ze compositie bij Wu Zu-qiang aan het Conservatorium van Beijing. Chen Yi was de eerste Chinese vrouw die in 1986 een Master of Arts (M.A.) in compositie behaalde. Chen Yi ging in 1993 in New York City wonen, and studeerde compositie bij Wu Zuqiang, Chou Wen-chung en Mario Davidovsky aan de Universiteit van Columbia. Ze haalde haar diploma’s met onderscheiding. Zij trouwde met componist Zhou Long. Vanaf 2006 zijn Chen Yi en Zhou Long beiden docent compositie aan de het Conservatorium voor muziek en dans van de Universiteit van Missouri–Kansas. Chen Yi kreeg in Amerika verschillende eredoctoraten. Chen Yi componeerde • 30 orkestwerken • 16 concerten - The Ancient Chinese Beauty, voor blokfluiten, strijkorkest en slagwerk, gecomponeerd voor Michala Petri, fascinerende versmeting van muziekvormen van Oost en West, fenomenaal werk vol fantasie en ongehoorde uitdrukkingskracht. • 5 werken voor blaasorkest • 11 werken voor koor en orkest of insrument(en) • 26 koorwerken a cappella • 53 kamermuziekwerken • 6 werken voor zangstem (en koor) en instrument(en) - Meditation, 2006, 2 liederen voor zangstem en piano • 9 pianowerken • 6 werken voor een ander instrument solo - Memory, voor cello solo, 2011
Patrick Doyle (*Uddingston, South Lanarkshire, Schotland, 6 april 1953) studeerde klassieke muziek aan de Royal Scottish Academy of Music. In 1987 ging hij aan het werk bij de Renaissance Theatre Company al componist en muzikaal directeur. Hij werkte veel samen met regisseur Kenneth Branagh. In October. In 1997 werd hij ziek en werd er leukemie bij hem vastgesteld. Tijdens zijn behandeling in het ziekenhuis componeerde hij de muziek bij de animatiefilm Quest for Camelot. Hij herstelde volledig. In Oktober 2015 kreeg Patrick Doyle de Lifetime Achievement Award voor filmmuziek tijdens het Gent Film Festival in Beglië Patrick Doyle componeerde • 64 filmscores - Sense and Sensibility, 1995, regie Ang Lee - Hamlet, 1996, regie Kenneth Branagh - Harry Potter en de Vuurbeker, 2005, regie Mike Newel. - Cinderella, 2015, regie Kenneth Branagh
Luigi Ceccarelli (*Rimini, Italië, 20 april 1953) studeerde aan het Gioachino Rossini Conservatorium in Pesaro elektronische muziek en compositie bij Walter Branchi, Giuliano Zosi en Guido Baggiani. Hij verdiepte zich in digitale technologie en spatiale muziek, waarbij muzikale klankbronnen, instrumenten, zangers of luidsprekers in de ruimte verdeelt zijn om aan de muziek een nieuwe dimensie toe te voegen. Hij was in zijn professionele leven behoorlijk actief in experimenteel theater,en eigentijdse dans, film den beeldende kunst. In 1978 verhuisde Luigi Ceccarelli naar Rome waar hij met het dansgezelschap AltroTeatro duidelijk andere theaterdingen produceerde dan tot nu toe gebruikelijk. Vanaf 1994 verdiepte Luigi Ceccarelli zich in de verhgouding tussen muziek en gesproken tekst wat leidde tot een serie radiospelen en hoorspelen voor de Italiaanse Rai Radio 3. Aan het einde van de jaren 1990 richtte Luigi Ceccarelli met een drietal coillegacomponisten de Edison Studio op waar ze verschillende soundtracks componeerden voor stomme films van het begin van de twintigste eeuw. Vanaf 2000 componeert Luigi Ceccarelli voornamelijk muziektheaterwerken en installaties voor bijvoorbeeld het Ravenna Festival en het Teatro delle Albe. Vanaf 1979 doceert Luigi Ceccarelli compositie van elektronische muziek aan het conservatorium van Perugia. Luigi Ceccarelli componeerde • 2 installaties • 12 theatermuziekwerken • 16 danstheaterwerken • 4 instrumentale werken • 28 elektro–akoestische werken • 7 soundtracks voor films • 3 radiotracks
Juhani Komulainen (*Jämsänkoski, Finland, 22 april 1953) studeerde compositie aan de University of Miami en bij Einojuhani Rautavaara in Finland. Hij is vooral componist van koorwerken Juhani Komulainen woont in Helsinki. Juhani Komulainen componeerde • 21 werken voor gemengd koor • 13 koorwerken voor hoge stemmen • 5 koorwerken voor mannenkoor • 3 werken voor (solisten), koor en orkest • 1 werk voor strijkorkest • 1 eletronisch werk • 3 werken voor instrumenten solo • 2 kamermuziekwerken
Wim Mertens (*Neerpelt, 14 mei 1953) studeerde Sociale en Politieke Wetenschappen aan de Katholieke Universiteit Leuven, musicologie aan de Universiteit van Gent. en muziektheorie en piano aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel en het Koninklijk Conservatorium in Gent. In 1978 werd hij producent voor Radio 2 (Radio Brabant) en produceerde concerten van onder anderen de minimal music-componisten Philip Glass en Steve Reich. In 1980 publiceerde Mertens een boek over minimal music getiteld De Amerikaanse repetitieve muziek. Wim Mertens componeerde • 3 theaterproducties • 9 werken voor zangstem en piano • 29 werken voor ensemble, instrumentaal en vocaal - Close cover, 1983, werd gebruikt als herkenningsmelodie voor de Vlaamse nachtradio - Struggle for pleasure, 1983, werd gebruikt in de film “The belly of an architect” van Peter Greenaway en diverse commercials - Maximizing the Audience, 1984, voor het toneelstuk De Macht der Theaterlijke Dwaasheden van Jan Fabre. - Often a Bird, gebruikt voor Leedvermaak en Qui Vive, twee films van Frans Weisz, - A starry wisdom, 8 delig werk voor strijkkwartet, piano en zangstem, 2011, een beetje drammerig en richtingloos; • kamermuziekwerken • pianowerken • 21 filmscores
Michael Gordon “Mike” Oldfield (*Reading, Engeland, 15 mei 1953) is de zoon van huisarts Raymond Oldfield en de Ierse verpleegster Maureen Liston. Mike Oldfield en zijn broers en zussen werden Rooms-Katholiek opgevoed. Hij maakte al jong muziek met zijn zus, zangeres Sally. Zodra het kon vormde hij met haar het folkduo The Sallyangie en in 1969, toen Mike Oldfield 16 jaar oud was bracht het duo de lp Children of the Sun uit. Daarna speelde hij in een paar andere bands als bassist, gitarist en zanger. Oldfields grote doorbraak kwam in 1973 met de lp Tubular Bells, waarop vrijwel alle instrumenten door hemzelf worden bespeeld. Tubular Bells bestaat evenals veel van Oldfields latere werk uit gecompliceerde symfonische muziek. In latere jaren is zijn muziek steeds elektronischer geworden en is hij steeds meer gebruik gaan maken van synthesizers en software. Mike Oldfield was een paar weken getrouwd met Diana D'Aubigny. In de eerste helft van de jaren tachtig kreeg hij drie kinderen met Sally Cooper (Molly, Dougal en Luke). In de tweede helft van de jaren tachtig kreeg hij twee kinderen (Greta and Noah) met de Noorse zangeres Anita Hegerland. In de jaren 2000 trouwde Mike Oldfield met Fanny Vandekerckhove (*1977), die hij op Ibiza had ontmoet; zij kregen twee zoons (Jake en Eugene). Mike Oldfield en Fanny scheidden in 2013. Mike Oldfield is fervent motorrijder en heeft vijf motors. Bovendien heeft hij zijn hele leven een passie voor vliegtuigen en het bouwen van modelvliegtuigjes. Sinds 1980 heeft hij een vliegbrevet. In 2009 is hij op de Bahamas gaan wonen. Mike Oldfield maakte • 25 studio-albums - Tubular Bells (“Buisklokken”) 1973. Het openingsthema één van Oldfields bekendste nummers geworden. Zeer populair, door het gebruik ervan in de horrorfilm The Exorcist en de Nederlandse kindertelevisieserie Bassie en Adriaan. Het werk wordt door een aantal muzikanten nog steeds op eigen wijze toegepast. • "Royal Wedding Anthem" 1981, voor het huwelijk van Charles, Prince of Wales en Lady Diana Spencer, • 12 fimscores
Xuntian He (*Suining, Sichuan, China, 15 mei 1953) studeerde voor zichzelf muziektheorie en compositie vanaf dat hij acht jaar was. In 1982 rondde hij zijn compositiestudie bij Gao Weijie aan het Conservatorium van Sichuan af. Xuntian He ontwikkelde in zijn composities een nieuwe muzikale taal. Hij is vanaf 1992 tot op heden (2015) compositiedocent aan het conservatorium van Shanghai. Xuntian He componeerde • 5 multimediawerken • 8 orkestwerken - Meng si ze, 1987, concerto voor erhu (Chinese tweesnarige viool) en orkest • 1 orkestwerk voor Chinees orkest • 8 kamermuziekwerken - Tianlai, 1986, voor zeven muzikanten en 30 instrumenten, zijn bekendste werk. • 5 (series) pianowerken - Whirling Udumbara II, 2012 - Whirling Udumbara I, 2013 • 2 (series) werken voor ongebruikelijke instrumenten • 1 voorbewust werk • 2 filmscores
James Wood (*Barton, Engeland, 27 mei 1953) studeerde orgel in Cambridge en aan de Royal Academy of Music. James Wood studeerde compositie bij Nadia Boulanger in Parijs. James Wood was percussiedocent aan Internationale Ferienkurse für neue Musik van Darmstadt van 1982 - 1994. Hij is oprichter en dirigent van het New London Chamber Choir, oprichter en directeur van het Centre for Microtonal Music in Londen en van het Festival of Microtonal Music of the Barbican Centre. Hij is tevens dirigent van het BBC Symphony orchestra, de London Sinfonietta en de BBC singers. James Wood componeerde • 2 opera's • 1 orkestwerk • 5 werken voor een groot instrumentaal ensemble - The Parliament of Angels, 1995, een concert voor 18 musici • 7 werken voor koor en ensemble - Apokalypsis, 2019, oratorium voor sprekende solisten, zingende solisten, gemengd koor, zeven saxofoons en orgel. In het zevendelige werk worden hedendaagse rampen gekoppeld aan de Openbaring van Johannes uit de Bijbel. • 9 kamermuziekwerken • 2 solowerken • 2 koorwerken • 2 werken voor zangstemmen (koor) en electronica • 2 motetten • 1 mis • 1 werk voor zangstem en ensemble • 5 werken voor zangstem en percussie • 9 percussiewerken
Dang Huu Phúc (*Phú Thọ, Vietnam, 4 juni 1953) sudeerde vanaf zijn 10de jaar aan het conservatorium van Hanoi piano en orkestpraktijk. Van 1991 – 1992 studeerde hij aan het Conservatorium van Parijs in Frankrijk. Hij combineert in zijn composities de Europese tradities met de traditionele Vietnamese muziek. Op het moment is Dang Huu Phúc docent compositie aan de Nationale Academie van Hanoi. Dang Huu Phúc componeerde • symfonieën; • orkestwerken • kamermuziek • meer dan 100 filmscores en werken voor theater - A Far Time Past van Ho Quang Minh; Beste Muziekprijs 2005 op het 8ste Shanghai International Film Festival • pianowerken • koorwerken • werken voor zangstem en piano
Adriana Hölszky (*Boekarest, Roemenië, 30 juni 1953) kreeg van 1959 tot 1969 pianoles van Olga Roșca-Berdan aan het Muzieklyceum in Boekarest. In 1972 ging Adriana Hölszky aan het conservatorium van Boekarest piano studeren en compositie bij Ștefan Niculscu. In 1976 verhuisde het gezin naar Duitsland. Daar studeerde Adriana Hölszky verder aan de Muziekhogeschool Stuttgart compositie bij Milko Kelemen, en piano-kamermuziek bij Günter Louegk. Van 1997 tot 2000 was zij compositiedocent aan de Hogeschool voor Muziek en Theater Rostock, en vanaf 2000 docent compositie aan het Mozarteum in Salzburg. Sinds 2002 is Adriana Hölszky lid van de Akademie der Künste in Berlijn. Adriana Hölszky componeerde • 4 theatermuziekwerken - Deep Field, Tien KLANKbelichtingen van een METAmorfose voor koor, orkest en tape, 2013, werd bij de première uitgevoerd met 44 dansers • 9 orkestwerken • 3 pianowerken • 4 werken voor zangstem met orkest of meerdere instrumenten • 1 werk voor koor en orkest • 10 vocale werken voor vaak véél zangstemmen en soms met slagwerk • 20 kamermuziekwerken • 3 werken voor slagwerk • 2 werken voor zangstem met piano of slagwerk • 1 klavecimbelwerk • 11 werken voor een ander soloinstrument • 2 orgelwerken
Zhou Long (Peking, China, 8 juli 1953) werd geboren in een artistiek gezin en kreeg al jong pianoles, maar moest daarmee stoppen tijdens de Culturele Revolutie van 1966 tot 1976. Hij werd gedwongen om op een landelijke staatsboerderij te werken als trekkerchauffeur. In 1973 kon hij zijn muziekstudies weer oppakken. Hij studeerde compositie, muziektheorie , directie en Chinese traditionele muziek. Van 1977 tot 1983 studeerde hij compositie bij Wu Zu-qiang aan het Centraal Conservatorium in Peking. In 1985 kon hij met een beurs naar de Verenigde Staten. Daar studeerde hij compositie bij Wen-Chung Chou, George Edwards en Mario Davidovsky aan de Columbia-universiteit in New York City. In 1993 promoveerde hij daar tot Doctor of Musical Arts. Zhou Long doceert compositie aan de Universiteit van Missouri in Kansas City. Sinds 1985 is hij getrouwd met componiste Chen Yi. Vanaf 1999 is hij Amerikaans Staatsburger. Zhou Long componeerde • 1 opera • 3 balletten • 1 toneelmuziekwerk • 2 cantates • 13 (series) orkestwerken • 3 koorwerken • 8 werken voor zangstem en instrument(en) of orkest • 32 kamermuziekwerken • 3 pianowerken • 1 stuk voor slagwerk • 1 arrangement
Violeta Dinescu (*Boekarest, Roemenië, 13 juli 1953) begon haar muziekstudie in 1972 aan het Konservatorium Ciprian Porumbescu in Boekarest piano, muziekpedagogie en compositie bij Myriam Marbe (1931-1997). In 1978 kreeg ze een aanstelling als docent Muziektheorie, Esthetiek, Contrapunt, Harmonieleer en Piano aan de muziekschool George Enescu in Boekarest. Vanaf 1982 leeft en werkt Violeta Dinescu in de Bondsrepubliek Duitsland. Sinds 1986 werkt ze als docente aan verschillende Duitse Hogescholen en sinds 1996 is ze professor toegepaste compositie aan de Universiteit Oldenburg. Violeta Dinescu componeerde • 4 opera’s - Der 35. Mai, kinderopera naar de roman van Erich Kästner, 1986 • 2 balletten • 1 pinksteroratorium voor 5 silisten, koor en klein orkest • 10 orkestwerken • 68 kamermuziekwerken - Abendandacht, voor trompet, 1985, je kunt het ook heel mooi op andere instrumenten spelen, zelfs op blokfluit; prachtige melodie. - Sieben Rosen voor fluit(en) of andere instrumenten - Immaginabile, voor blokfluit, 1990, oorspronkelijk voor dwarsfluit geschreven • 1 werk voor koor en orkest • 13 werken voor kinderkoor • 15 (series) werken voor zangstem en instrumenten, 2013 • 7 pianowerken • 2 orgelwerken • 1 klavecimbelwerk • 1 filmscore
James Horner (*Los Angeles, 14 augustus 1953 – Santa Barbara, Californië, 22 juni 2015) was de zoon van de Oostenrijkse Joodse immigranten Joan Frankel en Harry Horner. Harry Horner was filmproducent. James Horner kreeg vanaf zijn vijfde jaar pianoles en studeerde later aan de Royal College of Music in Londen. Begin jaren zeventig ging James Horner naar Californie en studeerde daar aan de Verde Valley High School in Sedona, Arizona en tenslotte aan de University of Southern California in Los Angeles onder meer bij Paul Chihara. Als gauw werd hij een ongeëvenaard componist van filmscores. Hij is bekend om zijn gebruik van koren, elektronica en Keltische muziekelementen in veel van zijn filmscores. James Horner nam in zijn muziek nogal eens wat over van zichzelf en anderen en dat leidde en leidt af en toe tot kritiek en discussies. James Horner crashte met zijn éénmotorige privévliegtuigje in de Zuiden van Californië en kwam daarbij om het leven. James Horner componeerde • 8 orkestwerken - Pas de deux, dubbelconcert voor viool, cello en orkest, 2014, impressionistisch en atmosferisch, dicht tegen filmmuziek aan. • 158 filmscores - star Trek II, regie Nicholas Meyer, 1982 - star Trek III, regie Leonard Nimoy, 1984 - Cocoon, regie Ron Howard, 1985 - Aliens, 1987 - Legends of the Fall, 1995 - Braveheart, regie Mel Gibson, 1995, Oscarnominatie - Apollo 13, regie Ron Howard, 1995, Oscarnominatie, iconische soundtrack - The Mask of Zorro, 1998 - Titanic, 1998, twee Academy Awards, twee Golden Globes en twee Grammy Awards (score en lied My Heart Will Go, gezongen door Céline Dion), de bestverkochte filmscore aller tijden;. - Troy, 2004 - The Legend of Zorro, 2005 - Avatar, 2009, hij werkte er twee jaar en vond het het grootste werk wat hij ooit had ondernomen. - The Karate Kid, regie Harald Zwart, 2010, • 14 TV-scores - de intromuziek van het CBS Evening News With Katie Couric. http://jameshorner-filmmusic.com
Georg Friedrich Haas (*Graz, Oostenrijk, 16 augustus 1953) was de zoon en de kleinzoon van verstokte nazi's. Hij moest naar een school vol nazikinderen met een Hitlerjugendkapsel en een stijf gestreken broek. Achteraf ziet hij dat als een vorm van kindermisbruik. Georg Friedrich Haas studeerde van 1972 tot 1979 aan de Hogeschool voor Muziek in Graz compositie bij Gösta Neuwirth en Ivan Eröd, piano bij Doris Wolf; en muziekpedagogiek. In 1978 werd hij assistent aan de Hogeschool voor Muziek in Graz en in 1989 assistent-docent contrapunt, analyse, hedendaagse compositietechnieken en microtonen. Ondertussen volgde hij van 1981 tot 1983 nog een opleiding aan de Hogeschool voor Muziek in Wenen bij Friedrich Cerha.. In 1991 nam hij deel aan de "Stage d’Informatique Musicale pour Compositeurs" van IRCAM, het internationale instituut voor elektronische muziek in Parijs. In 2006 werd Georg Friedrich Haas met de Grote Oostenrijkse Staatsprijs onderscheiden. 21 december 2013 trouwde Georg Friedrich Haas na drie mislukte huwelijken met de Afro-Amerikaanse actrice Mollena Williams. Er is in 2018 een documentaire film over hun relatie gemaakt door Beatrice Behn en René Gebhardt: The Artist & the Pervert Georg Friedrich Haas componeerde • 7 opera’s • 32 diverse ander werken - in vain, 2000, voor orkest, combinatie licht en muziek. In de muziek zijn niet alleen halve en hele toonafstanden te horen, maar ook kwarttonen. in vain verwijst naar Vanitas, de “ijdelheid der ijdelheden”- stillevens.
John Zorn (*New York City, Verenigde Staten, 2 september 1953) leerde als kind piano, fluit en gitaar spelen. Het gezin waarin hij opgroeide had een brede muzikale belangstelling. Tijdens zijn middelbare schooljaren speelde John Zorn bas in een popband en studeerde ondertussen voor zichzelf orkestratie en contrapunt en bij Leonardo Balada compositie. Na zijn middelbare schooltijd studeerde John Zorn compositie aan Webster University in St. Louis, bij Oliver Lake. Daarna speelde hij vooral veel saxofoon, componeerde in alle stijlen en nam meer dan vierhonderd diverse albums op, of werkte daar in elk geval aan mee. In zijn composities combineert John Zorn fimmuziek, free jazz, hardcore, moderne klassieke muziek en Joodse folklore. Vooral zijn Joodse afkomst laat John Zorn vaak meetellen. John Zorn riep zijn eigen platenlabel, Tzadik, in het leven. In 2005 richtte hij “The Stone” op, een niet‒commerciële studio- en optreedruimte voor avant-garde en experimentele muziek in New York. John Zorn componeerde • honderden composities voor zijn wisseldende Massada ensembles • 5 orkestwerken • 15 kamermuziekwerken - "Christabel", voor vijf fluiten, 1972 - "Cat O' Nine Tails", strijkkwartet, 1988, gecomponeerd en uitgevoerd met de Bestandskaarten-techniek, waarbij geluidsblokken gearrangeerd op bestandskaarten worden genoteerd - Memento Mori, 1992, strijkkwartet, vanaf dit werk werkt John Zorn met wat gebruikelijker compositietechnieken. - Kol Nidre, 1996, voor klarinetkwartet of strijkkwartet, bewerking van het lied, gezongen op Jom Kippoer, de Grote Verzoendag. · koorwerken • werken voor rock bands (“spel”‒composities) Cobra, 1984, een met veel ruimte voor improvisatie Xu Feng, 1985 Hu Die, 1986 • werken voor jazz groups • werken voor zangstem Pandora’s Box voor sopraan en strijkkwartet, 2014 • 3 werken voor instrumenten solo • scores voor documentaires • 25 scores voor underground films • scores voor Tv-series
Roberto Sierra (*Vega Baja, Puerto Rico, 9 oktober 1953) studeerde aan het Conservatorio de Música de Puerto Rico en aan de Universidad de Puerto Rico in San Juan. Daarna ging hij naar Europa om zijn studies te voltooien aan het Royal College of Music te Londen, aan de Universiteit van Londen en aan het Instituut voor Sonologie van de Rijksuniversiteit Utrecht (RUU). Tussen 1979 en 1982 studeerde hij ook nog compositie aan de Hochschule für Musik und Theater in Hamburg bij György Ligeti. In 1982 ging hij weer terug naar Puerto Rico en werd directeur van de afdeling culturele activiteiten aan de Universidad de Puerto Rico en kanselier van het Conservatorio de Música de Puerto Rico in San Juan. In 1992 werd hij professor compositie aan de Cornell University in Ithaca, New York in de Verenigde Staten. Roberto Sierra componeerde • 1 opera • 1 ballet • 1 oratorium • 1 mis • 4 symfonieën • 16 concerten • 18 andere (series) orkestwerken • 5 werken voor harmonieorkest • 1 werk voor koor en orkest • 4 koorwerken a capella • 32 kamermuziekwerken - Tríptico, 1989 , voor gitaar en strijkkwartet, modern en Caribisch geïnspireerd - Prelude, Habanera and Perpetual Motion, voor blokfluit en gitaar, in 2019 georkestreerd • 10 (series) werken voor zangstem en instrument(en) • 6 (series) pianowerken • 4 klavecimbel werken • 3 gitaarwerken • 2 werken voor slagwerker(s)
Daniel Akiva (*Haifa, Israel, 10 oktober 1953) is de zoon van Isaäc Akiva, afkomstig uit het Spaanse Jodendom en Hannah Cohen uit Meknes in Marokko, in 1948 geëmigreerd naar Israël. Daniel Akiva begon op zijn zesde jaar mandoline en klassiek gitaar te spelen en componeerde vanaf zijn 13de. Van 1975 tot 1979 studeerde bij Haim Alexander en Haim Asulin aan de Academie voor Muziek en Dans in Jeruzalem. Hij studeerde daar cum laude af. Vanaf 1976 leidde hij de gitaarafdeling van de Academie. In 1987 kreeg hij een beurs van Zwitserland, waardoor hij aan het Conservatorium van Geneve compositie bij Jean Ballissa en luit bij Jonathon Rubin kon studeren. Van 1982 tot 1996 werkte hij bij Kol Israël, de oudste Israëlische radiozender, aan het verzamelen en opnemen van Spaans-joodse muziek. In 1986 installeerde hij een muziekopleiding aan de WIZO High School in Haifa, waarmee hij tot 2017 aan het werk bleef. Hij ontwikkelde daar nieuwe lesmethoden voor jonge musici. In 2006 riep hij met gitarist Alexie Blausov het Gitaar Parels Festival in Netanya in het leven. Zijn compositiewerk is zwaar beïnvloed door de Joodse Sefardische muziektradities. Daniel Akiva componeerde in elk geval • 8 orkestwerken • 9 kamermuziekwerken • 8 vocale werken • 7 werken voor of met koor • 5 (series) solowerken voor gitaar • 9 (series) werken voor een ander instrument solo
Hans Asselbergs (Heemstede, 28 oktober 1953 – Haarlem, 14 mei 2007) was op het Triniteitslyceum in Haarlem de drummer van het popbandje Creepy.
Na de HBS ging Hans Asselbergs farmacie in Groningen studeren. Na deze opleiding werkte hij als
apotheker. In oktober 1999 richtte hij samen met zijn zijn vrouw, beeldend kunstenaar Michèle Baudet, in de binnenstad van Haarlem studio Grasland op, een vrijplaats voor kunst en muziek, waar componisten en beeldende kunstenaars samenwerken. Er is een geluidsstudio, een concertzaal, een toonplaats voor tryouts, een theater, een galerie voor beeldende kunst en een werkplaats annex atelier. Op 7 maart 2007 werd Hans Asselbergs ernstig ziek. Op 14 mei 2007 overleed hij op 53-jarige leeftijd in Haarlem. Hans had drie kinderen, Gustan, Pelle en Fay. Hans Asselbergs componeerde • 2 koorwerken • 1 werk voor zangstem(men) en orkest Vallend stof (1998) voor kamerorkest en twee sopranen • 2 werken voor orgel en (veel) slagwerk • 4 kamermuziekwerken (met slagwerkers) • 8 werken voor ongehoorde combinaties - Concert voor 20 autofonisten (2003) voor twintig slagwerkers die 20 auto’s als klankbron gebruiken. • 2 werken voor slagwerk solo • 1 werk voor slagwerkgroep • 1 werk voor cello solo • 1 orgelwerk • 1 werk voor marimba solo • 1 klankinstallatie
Johannes (Johan) Abraham de Meij (*Voorburg, 23 november 1953) studeerde pedagogiek. Zijn muzikale opleiding begon toen hij vijftien jaar oud was bij de Harmonie Forum Hadriani te Voorburg: trombone. In deze tijd was hij een leerling van Anner Bijlsma senior en Piet van Dijk. In 1976 ging hij in militaire dienst en kwam hij terecht in het fanfareorkest Trompetterkorps der Cavalerie in Amersfoort. Na de militaire dienst in mei 1977 werd hij eufoniumspeler bij de Amsterdamse Politiekapel. Vanaf 1978 studeerde Johan De Meij aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag trombone bij Arthur Moore en directie bij Rocus van Yperen en Jan van Ossenbruggen. Op 25 november 2007 ontving Johan De Meij de tweejaarlijkse Prijs Nederlandse Blaasmuziek. Voor de uitgave van zijn composities richtte Johan De Meij een eigen uitgeverij op. Op het moment (2022) woont Johan de Meij in De Verengde Staten afwisselend in Hudson Valley en Manhattan met zin vrouw Dyan, hun vier katten en en hun hond. Johan de Meij componeerde • 8 theatermuziekwerken • 11 werken voor symfonie-orkest - Symfonie nr. 1 “The lord of the Rings”, 1987, gebaseerd op de trilogie van J.R.R. Tolkien uit 1955 - Symfonie nr. 2 “The Big Apple”, 1993 • 80 (series) werken voor harmonie-orkest - Ceremonial Fanfare, 2005, voor koperorkest en slagwerk - Sinfonietta nr. 1, 2011 - moment voor Morricone, fraaie compositie met ook het thema "Once upon a time in the West" van Morricone • 40 transcripties van klassieke werken voor harmonie-orkest - Ratatouille Satirique, orkestratie van drie korte stukken van Erik Satie
Bernard Foccroulle (*Luik, België, 23 november 1953) is zoon van een pianiste. Bernard Focroulle studeerde aan het conservatorium Luik bij organist Hubert Schoonbroodt. Daarna studeerde hij ook nog bij Xavier Darasse en Gustav Leonhardt. Tijdelijk werkte hij als docent muziekanalyse aan het conservatorium Luik. In 1992 werd Bernard Foccroulle algemeen direkteur van de Brusselse Opera, de Koninklijke Muntschouwburg. In 2007 droeg hij dat ambt over aan Peter de Caluwe. Sindsdien is Bernard Focroulle intendant bij het Festival d'Aix-en-Provence en treedt hij ook weer overal op als concertorganist. Bernard Foccroulle componeerde • 1 werk voor sopraan, koor en orkest - Rande der Nacht I, zeven liederen naar Rilke, 2007 • 1 werk voor zangers en oude muziekinstrumenten - L'uscita del inferno, 2020 • 1 werk voor 5 slagwerkers en 6 blazers • 6 liedcycli en andere werken voor zangstem en instrument(en) of orkest - Wer du auch seist, 4 liederen voor sopraan en pianotrio, 2009 - Am Rande der Nacht, 6 liederen voor sopraan en orkest, 2010, op gedichten van Hans Maria Rilke - Nigra sum, voor sopraan, cornetto en orgel, 2012 • 18 (series) orgelwerken - A tribute to Buxtehude, 2015 • 1 werk voor orgel en synthesizer • 6 werken voor viola da gamba • 2 werken voor een ander instrument solo - Wie ein Wort das noch im Schweigen reift, cello solo, 2012 - Ich soll silbern erzittern, fluit, 2012
Cornelis de Bondt (*Den Haag, 9 december 1953) studeerde muziektheorie bij Hein en Ineke Kien en Diderik Wagenaar en compositie bij Jan van Vlijmen en Louis Andriessen aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Cornelis de Bondt is docent theoretische vakken sinds 1988 en sinds 2006 docent compositie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Hij hoorde bij de radicale "Haagse School" van Louis Andriessen, compromisloze componisten die hun kleine publiek niet in de watten, maar op de pijnbank leggen. In 2012 kondigde Cornelis de Bondt kondigt aan te gaan stoppen met componeren. Hij vond dat hij zijn beroep niet meer kon uitoefenen nu de muziekpraktijk zo veranderd was. Zijn werk mocht geen deel meer uitmaken van dat systeem. Hij trok al zijn partituren terug: zijn muziek mocht niet meer worden uitgevoerd. En dat, terwijl hij voor zijn laatste werk "Das Lebewohl" wèl € 18.000 subsidie had gekregen. Cornelis de Bondt componeerde • 3 orkestwerken - Das Lebewohl, 2012, zijn laatste compositie. Na de uitvoering op 24 januari 2013 in het Muziekgebouw aan 't IJ in Amsterdam, werden de partituren in het IJ gekieperd. • 2 werken voor blaasorkest • 3 werken voor koor en ensemble • 8 kamermuziekwerken • 1 werk voor zangstem(men) en ensemble - Bloed II, voor countertenor, 2 tenoren, bariton, blaasensemble en bassocontinuo, 1998, Kees van Baaren Prijs 2003 • 1 werk voor ensemble en dans • 1 werk voor piano solo
Armand Amar (*Jeruzalem, Israël, 1953) heeft een Israëlische moeder en een Joods Marokkaanse vader. Als kind emigreerde hij met zijn vader naar Marokko. Als kind was hij ook al geïnteresseerd in meerdere muziekstijlen en leerde zichzelf verschillende instrumenten bespelen: conga’s en tombak. Hij studeerde muziek aan het Conservatoire National Supérieur in Parijs. In 1994 richtte hij muziekuitgeverij Long Distance op met zijn partners Alain Weber en Peter Gabriel. Armand Amar componeerde • 4 balletten • 22 filmscores - Le Concert (regie Radu Mihaileanu), 2009, Cesar voor de beste filmmuziek - Planet Ocean, 2012 • 5 TVscores
Agnes Dorwarth, (*Freiburg, Duitsland, 1953), groeide in een gezin met zes kinderen op. Zij studeerde in Freiburg schoolmuziek, blokfluit en dwarsfluit. Daarna studeerde ze aan aan het Mozarteum in Salzburg bij Nikolaus Harnoncourt. In 1980 werd Agnes Dorwarth docent kamermuziek en methodiek aan de Staatshogeschool voor Muziek in Freiburg im Bresgau Zij richtte daar met collega’s het Instituut voor historische uitvoeringspraktijk op, waar ze van 2004 tot 2007 leiding aan gaf. Agnes Dorwarth componeerde uitsluitend werken die iets met blokfluit te maken hebben • 8 werken voor blokfluit met andere instrumenten • 1 werk voor blokfluiten in grotere bezettingen • 7 kwartetten voor blokfluiten - Das Große Lalula naar een Gedicht van Christian Morgenstern,voor 4 altblokfluiten, 1995. - Zungenbrecher, voor vier blokfluitkopstukken, 2005. - Kopfnüsse, 2007, Solo tot kwartet. • 4 trios voor blokfluiten - Auf den sieben Robbenklippen, tongbreker voor drie blokfluitkoppen • 3 duetten voor blokfluiten • 8 werken voor blokfluit solo - Vogelbuch. Vier stukken voor één blokfluitspeler, 2002. 1. Nachtvögel - Articulator IX, 2012, voor altblokfluit solo, zeer virtuoos - Lamentation, 2013, voor tenorblokfluit solo, expressief; voor een gedetailleerd overzicht van haar werken zie bij de blokfluitgeschiedenis van deze site 6. Componisten van blokfluitwerken
Joel Hoffman (*Vancouver¸ Canada, 1953) is de zoon van dirigent Irwin Hoffman en violiste Esther Glazer. Joel Hoffman studeerde aan de Universiteit van Wales en de Juilliard School in New York City bij Elliott Carter, Milton Babbitt, Vincent Persichetti, Alun Hoddinott, Arnold Whittall en Easley Blackwood. 36 jaar lang doceerde hij compositie aan de University of Cincinnati – College-Conservatorium. Switzerland. Hij was voorzitter van Kamermuziek Cincinnati van 2008 tot 2011 en verzorgt jaarlijks zomercursussen compositie en uitvoeringspraktijk aan de Internationale Muziek School in Milna, Kroatië, vanaf 2004. Joel Hoffman woont in New York. Joel Hoffman componeerde • 1 opera • 9 concerten • 9 andere orkestwerken • 10 werken voor groot ensemble • 70 kamermuziekwerken - Zapyškys, voor cello en piano, 2023, een eerbetoon aan de componist Mordechai Gebirtig, die in 1942 door de Duitsers is doodgeschoten. • 2 koorwerken • 1 werk voor zangstem en piano • 13 pianowerken • 12 werken voor een ander instrument solo
Thom Jansen (*Amsterdam, 1953) begon al op vijfjarige leeftijd piano te spelen. Hij was de jongste van een groot, weinig welvarend, maar cultuurminnend rooms-katholiek gezin uit de Amsterdamse Pijp. Op twaalfjarige leeftijd was hij al achter het orgel te vinden als begeleider van het Fons- en Igkoor (meisjes van het Fons Vitae Lyceum en jongens van het Ignatiuscollege), onder leiding van Bernard Huijbers stond. Thom Jansen studeerde van 1971 tot 1977 piano, orgel en koordirectie aan het Nederlands Instituut voor Katholieke Kerkmuziek te Utrecht (tegenwoordig als Nederlands Instituut voor Kerkmuziek onderdeel van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht) bij Bernard Bartelink. Al op jonge leeftijd verving hij de organist in de Sint-Dominicuskerk te Amsterdam en in 1970 werd hij er als vaste organist aangesteld. Thom Jansen woont met zijn vrouw in Haarlem; hij heeft twee dochters. Thom Jansen componeerde - Klein Kerstoratorium, teksten Jan Nieuwenhuis - Kerstevangelie volgens Lucas (2000), tekst Mirjam Wolthuis; - liederen, op teksten van onder meer Huub Oosterhuis.
Johan G. Koers (*Oranjewoud, 1953) begon zijn studie bij Jan Timmer in Heerenveen. Hij behaalde zijn einddiploma B voor orgel bij Piet Post. Daarna studeerde hij verder orgel bij Haite van der Schaaf en compositie bij Jan Masseus. Hij is organist van de doopsgezinde gemeenten in Heerenveen en Tjalleberd. Johan G.Koers is docent aan Centrum voor de Kunsten De Meldij te Drachten en muziekrecensent van de Heerenveense Courant. Johan G. Koers componeerde • orgelwerken, breed uitgesponnen • liederen • werken voor zangstem en orgel • kamermuziek.
Boris Pigovat (*Odessa, Oekraïne, 1953) studeerde aan het Gnessin Muziekinstituut in Moskou. Van 1978 tot 1990 woonde Boris Pigovat in Tajikistan, in 1990 emigreerde hij naar Israel, waar hij in promoveerde aan de Bar-Ilan universiteit). Boris Pigovat componeerde • 12 orkestwerken - Requiem "The Holocaust", 1995, voor altviool en orkest, schitterend werk met veel mooi ingetogen en lyrische momenten. De altvioolzingt bijna letterlijk de woorden ”Requiem Aeternam” - "Poem of Dawn", 2010, romantische muziek voor altviool en orkest, van een eenvoudige schoonheid • 10 werken voor strijkorkest • 22 werken voor harmonnie-orkest of fanfarekorps • 20 kamermuziekwerken • 2 koorwerken • 9 werken voor een instrument solo
Jo Sporck (*Heerlen, 1953) groeide op in een arbeidersgezin. Zijn onderwijzers op school ontdekten dat hij een goede stem had. Hij kon in het kerkkoor Gregoriaans mee gaan zingen. Vanaf zijn 13de kreeg hij pianoles en speelde hij orgel tijdens de kerkdiensten. Het was de bedoeling dat Jo Sporck scheikunde ging studeren maar hij koos zelf voor een piano-opleiding aan het conservatorium in Mastricht. Afgestudeerd kon hij aan het werk op de muziekschool in Tilburg en volgde hij ondertussen compositielessen bij Jan van Dijk en Hans Kox aan het Tilburgs conservatorium. Jo Sporck bleef in Tilburg wonen. Hij was initiatiefnemer en 12 jaar lang voorzitter van het succesvolle kamermuziekpodium De Link. Voor het Brabants Dagblad schreef hij muziekrecensies. Jo Sporck componeerde • 2 opera's • 15 orkestwerken - Into Silence, voor piano, celesta en orkest, opus 138, 2023 • 2 werken voor solisten, koor en orkest • 6 koorwerken a capella • 4 werken voor koor en instrument(en) • 1 werk voor 4 zangers • 62 kamermuziekwerken • 29 werken voor zangstem en instrument(en) • 1 werk voor sopraan solo • 22 pianowerken • 22 werken voor een ander instrument solo
Henk de Vlieger (*Schiedam, 1953) begon al vroeg muziek te maken op het harmonium van zijn grootvader. Hij studeerde na zijn middelbare schooltijd slagwerk bij Willem Heesen en compositie bij Theo Loevendie en Klaas de Vries aan het Rotterdams Conservatorium. In 1976 werd Henk de Vlieger benoemd als slagwerker in alle vier Nederlandse omroeporkesten. Vanaf 1984 werkte hij als vaste slagwerker bij het Radio Filharmonisch Orkest. In mei 2011 werd hij benoemd als artistiek adviseur van dit orkest. Door het desastreuze wanbeleid van de Nederlandse overheid ten aanzien van orkesten verloor hij die positie in 2013. Henk de Vlieger schreef het Handbook for the orchestral percussion section, 2003. Henk De Vlieger componeerde • 2 orkestwerken • werk voor groot ensemble • 4 werken voor slagwerkers • werken voor draaiorgel • werken voor een ander solo–instrument • 24 arrangementen van klassieke werken - Der Ring des Nibelungen, Richard Wagner, voor orkest, 1991, - Parsifal, Richard Wagner, voor orkest, 1993 - Die Meistersinger, Richard Wagner, voor orkest, 2005 - Marke, Tristan und Isolde, Richard Wagner, voor orkest, 2009, zevendelig instrumentaal uittreksel van de opera.
Ad Wammes (*1953) studeerde muziek bij Ton de Leeuw, Theo Loevendie en Klaas de Vries, piano bij Edith Lateiner-Grosz en elektronische muziek bij Ton Bruynèl. Hij speelde keyboard bij de symfonische rockgroep Finch. Ad Wammes componeerde • 14 muziektheaterwerken • 5 projecten • 1 werk voor accordeonorkest • 3 werken voor koor en instrument(en) • 6 kamermuziekwerken • 14 orgelwerken - Miroir, 1989 zorgde voor een internationale doorbraak - Happiness, dit is geen wals!, 2015, cadeautje voor organiste Willeke Smits ter gelegenheid van haar 40ste verjaardag. - - - Play it cool!, 2012 - Triptych, 2016, begonnen als 3 stukken voor de Amerikaanse organist Carson Cooman, uitgebreid met 5 andere. De triptiek indeling is wel aangehouden: Cloches I -III , Joy I en II, Contemplation I – III, de laatste een in memoriam voor de plotseling overleden organist John Scott. - So many roads, 2016, geschreven voor het accordeon/saxofoon duo SAXYON, - Fiducie, 2018, geschreven voor het Van Leeuwen/Kramer-orgel in de Goede Herderkerk in Rotterdam-Schiebroek • 4 pianowerken - Different Colours, 2008, 2009, 2012, een driedelige lesserie voor piano: • 4 werken voor carillon (en andere instrumenten) • muziek voor 5 Sesamstraatalbums, 1983-1985 • 9 schoolmusicals voor de onderbouw • muziek voor 40 Tvseries (meest educatieve)
Jonathan Willcocks (*Worcester, Engeland, 1953) is de zoon van Sir David Willcocks. Hij was koorknaap op het King’s College in Cambridge en studeerde muziek aan het Clifton College, de Universiteit van Cambridge, en het Trinity College. Jonathan Willcocks is dirigent en muzikaal leider van de Portsmouth Choral Union en de Chichester Singers en van het kamerorkest Southern Pro Musica. Jonathan Willcocks componeerde • 2 orkestwerken • 1 werk voor koperorkest • 19 werken voor (solisten) koor en orkest of instrumenten - "Lux Perpetua" voor koor en orkest, teksten uit verschillende bronnen; • 3 werken voor (zang)stem en orkest of instrumenten • 30 werken voor koor en piano of orgel • 7 werken voor koor a cappella • 9 werken voor kinderkoor, (solisten), piano of andere instrumenten
|