Componisten

uit 1965

 

Peter A. A. Swinnen (*Lier, België, 31 januari 1965) studeerde aan het Koninklijk Conservatorium Brussel (1983 - 1992). Peter Swinnen gaf van 1990 tot 1997 celloles aan muziekscholen. Vanaf 1992 doceert hij analyse, muziektechnologie en compositie aan het Koninklijk Conservatorium Brussel.

Peter Swinnen componeerde

     7 orkestwerken

     40 kamermuziekwerken

     1 kindermini-opera

     1 kameropera

     2 installaties

     2 werken voor koor a cappella (met solisten)

     6 werken voor zang- of spreekstem en instrument(en)

     8 werken voor instrumenten, (zangstem) en elektronica

- E.C.Draw For Cornelius, 2012, voor mezzosopraan, altviool, blokfluit, klavecimbel, basgitaar en elektronica, opgedragen aan Jorge Isaac

     1 werk voor koor en elektronica

     1 werk voor kinderkoor, piano en elektronica

     3 elektronische muziekwerken

     3 werken voor carillon

     8 pianowerken

     4 werken voor een ander instrument solo

     5 filmscores

- BRTN-film "Andres",

www.peterswinnen.be

 

Rozalie Hirs (*Gouda, 7 april 1965) studeerde aan de Columbia University in New York, Het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en de Universiteit Twente in Enschede. Ze leerde György Ligeti kennen tijdens zijn bezoek aan Den Haag in 1996 en volgde lessen bij hem. Ze ontwikkelde zich tot dichter en componist. Haar poëzie en composities zijn lyrisch en experimenteel. Rozalie Hirs woont in Amsterdam.

Rozalie Hirs componeerde

     9 orkestwerken

- Roseherte, 2008, voor symfonieorkest en soundtrack, gebaseerd op het het Middelnederlandse mythische dier dat leeft op de bodem van het hart.

     9 ensemblewerken

- sacro monte, 1997 voor fluit, klarinet, hoorn, slagwerk, piano, strijkkwartet en contrabas

     12 (series) kamermuziekwerken

- seven ways to climb a mountain, 2012, voor basklarinet en elektronische klanken, lyrisch en spannend

     14 (series) muziekwerken met spreekstem op tekst van Rozalie Hirs zelf;

      8 vocale werken  op poëzie van Rozalie Hirs zelf;

     17 electro-akoestische werken

- Pulsars , 2007

www.rozaliehirs.nl

 

Martín Palmeri (*Buenos Aires, Argentinië,19 juli 1965) is afkomstig uit Italiaanse en Deense families. Hij studeerde in Argentinië en in Italië compositie bij Daniel Montes, Marcelo Chevalier, Rodolfo Mederos, Virtú Maragno en Edgar Grana, koordirectie bij Antonio Russo en Nestor Zadoff, directie bij Mario Benzecry, zang bij Amalia Estévez en José Crea en piano bij Eduardo Páez en Orlando Tripodi.

Martín Palmeri is in zijn composities geïnspireerd door de Tango Nuevo. Martín Palmeri woont in Argentinië in Paraná in de provincie Entre Ríos.

Martín Palmeri componeerde

     2 opera’s

     4 grote religieuze werken met koor

Misa a Buenos Aires (Misatango), 1996 Tangomis, voor sopraan, koor, bandoneon, piano en strijkers, zijn bekendste werk, in oktober 2013 ter ere van Paus Franciscus in Rome in de basiliek Sant’Ignazio di Loyola uitgevoerd.

     5 orkestwerken

     talloze tangokoorwerken

     kamermuziekwerken

 

Thierry Escaich (*Nogent-sur-Marne, Frankrijk, 8 mei 1965) studeerde orgel, improvisatie en compositie aan het conservatorium in Parijs.

Sinds 1992 doceert hij aan het Conservatorium in Parijs zelf compositie en improvisatie.

In 1996 werd hij als opvolger van Maurice Duruflé benoemd als organist aan de Saint-Étienne-du-Mont kerk in Parijs.

Thierry Escaich componeerde

     1 opera

- Claude,  2013, libretto Robert Badinter,  gebaseerd op een novelle van Victor Hugo.

     1 ballet

- The Lost Dancer (Why am I not where you are), 2010, choreografie Benjamin Millepied

     14 concerten

- altvioolconcert, 2018

     10 andere orkestwerken

     14 werken voor koor en instrumenten

- Cris, oratorium, naar de gelijknamige roman van Laurent Gaudé, 2016, voor verteller, kamerkoor, cello-ensemble, accordeon en slagwerk

- La Piste des chants, 5 Amerikaans-Indiaanse liederen, 2018, voor kamerorkest met kinderkoor

     6 koorwerken a cappella

     30 kamermuziekwerken

- Mecanic Song, voor piano en blaaskwintet, 2006

     11 werken voor zangstem en instrumenten

- D’une douleur muette voor sopraan, orgel of piano en violoncello, teksten van Olivier Greif en Yves Petit de Voise, 2001. Hommage aan zijn vriend, componist Olivier Greif na diens onverwachte dood. 

- Visions nocturnes, voor mezzo-sopraan, klarinet, strijkkwartet en piano, 2004

     12 (series) orgelwerken

- Cinq Versets sur le Victimæ paschali, 1991

- Trois Poèmes pour orgue, 2002

- Deux Évocations, 1996

Evocation II met een ostinate bas op een lage C in het pedaal

     4 pianowerken

     4 andere werken voor een instrument solo

     2 chansons

     1 filmscore

- Seventh Heaven (regie Frank Borzage)

www.escaich.org

 

Brice Pauset (*Besançon, Frankrijk, 17 juni 1965) kreeg al jong muziekles, hij studeerde piano vanaf zijn vijfde en viool vanaf zijn achtste jaar. Van 1975 tot 1984 studeerde hij aan het Conservatoire National de Région in Besançon piano, viool, klavecimbel, kamermuziek, muziekpedagogiek, harmonie en contrapunt. In 1984 en 1985 studeerde hij compositie aan het Conservatoire national de région de Boulogne-Billancourt. Tegelijk studeerde hij filosofie aan de Sorbonne in Parijs en aan de Katholieke Universiteit in Leuven. In 1986 promoveerde hij cum laude als doctor in de filosofie. Vanaf 1988 studeerde hij nog aan het Conservatoire national supérieur de musique et de danse in Parijs compositie bij Alain Bancquart en orkestratie bij Michel Philippot en Gérard Grisey. Tegelijk studeerde hij van 1988 tot 1991 bij Franco Donatoni in Sienna. Van1994 tot 1996 kon hij met een beurs van de Marcel Bleustein-Blanchet Foundation aan het IRCAM in Parijs studeren. Daarna werkte hij als pianist, klavecinist en componist.

Brice Pauset doceert vanaf 2010 compositie gedoceerd aan de Muziekhogeschool Freiburg-im-Breisgau. Vanaf 2012 leidt hij het Ensemble Contrechamps in Geneve.

Brice Pauset componeerde

     1 opera

     2 theatermuziekwerken

     11 (series) orkestwerken

     14 (series) ensemblewerken

     7 werken voor koor, ook met solisten en orkest

     15 werken voor zangstem, solo, of met begeleiding van instrument(en)

     14 kamermuziekwerken

     6 (series) pianowerken

     18 werken voor een ander instrument solo

- Kontrapartita, voor viool, 2008

     4 werken met elektronica

 

Joaquín Clerch (*Havana, Cuba, 8 augustus 1965)  studeerde gitaar, muziek en comnpositie aan de Hogeschool voor de Kunsten in Cuba. Vanaf 1990 zette hij zijn studie aan het Mozarteum in Salzburg voort: gitaar bij  Eliot Fisk en Oude Muziek bij Anthony Spiri en Nikolaus Harnoncourt.

Joaquin Clerch is sinds 1999 gitaardocent aan de Robert Schumann Universiteit  van Düsseldorf.

Joaquín Clerch  componeerde

     orkestwerken

- Concierto 1 voor gitaar en orkest, 2001

- Concierto de Otoño, voor fluit en orkest, 2012

- Concierto de Cáceres, voor gitaar en orkest, 2012

     solowerken voor gitaar

- Guitarresca Gredos San Diego, 2014

www.joaquinclerch.com

 

Marc Sabat(*Kitchener, Canada, 22 September 1965) studeerde compositie, wiskunde en viool aan de Universiteit van Toronto, de Julliard School in New York en privé bij Malcolm Goldstein, James Tenney en Walter Zimmermann. Aan de McGill Universiteit studeerde hij electronica en computermuziek. Vanaf 1980 is Marc Sabat actief als violist en altviolist, in eerste instantie gericht op het uitvoeren van hedendaagse Amerikaanse experimentele muziek. Vanaf 1999 woont Marc Sabat in Berlijn. In 2008 en 2009 deed hij nog een projectstudie aan de Berlijnse Kunstuniversiteit. Op het moment (2014) doceert hij compositie en akoestische en experimentele toonvorming aan de Kunstuniversiteit van Berlijn.

Marc Sabat componeerde

     1 ballet

     5 orkestwerken

- "Lying in the grass, river and clouds”, concerto voor piano en 14 instrumenten,

     4 muziekscenes met instrumenten en elektronica en/of video

     3 ensemblewerken

     1 ensemblewerk met elektronica

     18 kamermuziekwerken, ook met geprepareerde instrumenten

     3 kamermuziekwerken met elektronica

     8 (series) pianowerken

     1 werk voor 31-toons Fokkerorgel

     2 werken voor geprapareerde) piano en elektronica

     10 werken voor (zang)stem(men) en (geprepareerde) instrument(en)

     3 (series) werken voor een ander instrument solo

     3 werken voor instrument solo en electronica

- Erbsen voor blokfluit en live-elektronica; òf voor  5 blokfluiten

     3 elektronische muziekwerken (met video)

www.marcsabat.org

 

Harald Muenz (Schwäbisch Hall, Baden-Württemberg, Duitsland, 20 september 1965) studeerde compositie bij Helmut Lachenmann van 1994 tot 1997) en daarna aan de elektronische studio van de Hogeschool voor Muziek in Keulen bij Hans Ulrich Humpert, en ook nog bij Johannes Fritsch, Clarence Barlow, Krzysztof Meyer en Martin Christoph Redel. Bovendien studeerde hij nog aan het Detmolder Tonmeisterinstitut en esthetische fonetiek bij Georg Heike aan het fonetiekinstituut van de Universiteit van Keulen.

Samen met Sigrid en Georg Sachse vormt hij het Trio Sprechbohrer, dat spreekkunst uit een muzikaal perspektief uitvoert. Vanaf 2005 reist Harald Muenz heen en weer tussen Keulen en Londen, waar hij compositie doceert aan de Kunstschool van de Brunel Universiteit.

Harald Muenz componeerde

     1 theaterwerk

     3 orkestwerken

     29 kamermuziekwerken, ook met elektronica

     14 vocale werken, ook met elektronica

- FromAnts, voor vrouwen- en mannenstem, sopraninoblokfluit en klarinet, 2003  

     5 pianowerken

     1 orgelwerk

     20 elektro-akoestische werken

 

Anton Batagov (*Moskou, Rusland, 10 oktober 1965) studeerde af op de Gnessin School en het Tchaikovsky Conservatorium in Moskouy en was prijswinnaar van het Internationale Tchaikovsky Concours in 1986 enandere concoursen. Anton Batagov introduceerde bij zijn concerten veel moderne West-Europese en Amerikaanse componisten bij het Russissche publiek.

Van 1989 tot 1996 was Anton Bagatov artistiek directeur van het eigentijdese muziekfestival "Alternativa". Hij had een grote invloed op de verbreding van de esthetische horizonten en de ontwikkelingen van de muziekpraktijk in Rusland.

In 1997 stopte Anton Bagatov met optredens hield hij zich voornamelijk nog bezig met componeren en studioopnames. Hij heeft zich nogal verdiept in het Boeddhisme en laat de Boeddhistische filosofie behoorlijk in zijn werk doorklinken.

In 2009 begon hij weer pianorecitals te geven

Anton Bagatov componeerde

     25 studiopnames

- Selected Letters of Sergei Rachmaninoff, 2013, pianocyclus, Rachmaninov schrijft muzikale brieven aan allerlei componisten zoals Philip Glass, Arvo Pärt, Einaudi, Peter Gabriel en Brian Eno. Ook onze eigen Simeon ten Holt krijgt een brief. Mooie muziek, de moeite waard  

- I Fear No More, 2015 symfonische rockcyclus uitgevoerd door het Russisch Staats symfonieorkest

- The One Thus Gone, 2016, Rock cantate

- Where We Are Not. Letters of Mother Seraphima, 2017, pianocyclus

     filmscores

     3000 melodietjes voor de grote Russische TVstations

 

Georges Lentz (*Luxemburg stad, Luxemburg, 22 oktober 1965) groeide op in Echternach. Hij studeerde eerst muziek aan het conservatorium van Luxemburg en daarna aan het Conservatoire national supérieur de musique in Parijs van 1982 tot 1986 en aan de Musikhochschule in Hannover van 1986 tot 1990. Hij leeft sinds 1990 in Sydney in Australië en leidt een teruggetrokken bestaan. Een deel van het jaar woont hij in een tweede woning in Berlijn.

In 2019 werd een geluidskunstproject gestart, de Cobar Sound Chapel, bij Cobar op de grens van Nieuw Zuid Wales in Australië. Een oude zeer grote watertank drie kilometer buiten Cobar zal worden omgebouwd tot een permanent verblijf voor de 4-kanaalsprojectie van Georges Lentz's 369 minuten durende digitale strijkkwartet.

Georges Lentz componeerde

     Caeli enarrant, vanaf 1989 tot heden, een monumentaal werk, cyclus van composities

- deel VII Mysterium, vanaf 1997 tot heden, tot nu al 11-delig

6.   Mohn, concert voor altviool, orkest en elektronica, 2001-2005, geschreven voor altvioliste Tabea Zimmermann. 

11. ...to beam in distant heavens... Vioolconcert voor soloviool en orkest, 2022

www.georgeslentz.com

 

Björk Guðmundsdóttir (*Reykjavik, IJsland, 21 november 1965) is de dochter van activiste Hildur Rúna Hauksdóttir, die hevig protesteerde tegen de aanleg van een waterkrachtcentrale en Guðmundur Gunnarsson, vakbondsman en elektricien. Haar ouders scheidden na haar geboorte en Björk bleef bij haar moeder in een hippie woongemeenschap. Björks stiefvader is gitarist Sævar Árnason. Op de Reykjavík Barnamúsíkskóli studeerde Björk vanaf haar elfde jaar klassiek piano en fluit. Een opname van een school recital in 1976, waarbij Björk Tina Charles 1976 hit "I Love to Love" zong, werd door haar leraren naar IJslands enige radiostation gestuurd en werd op slag ook een hit. Björk kreeg een platencontract en maakte op 12-jarige leeftijd in 1977 haar eerste album met IJslandse kinderliedjes en covers van populaire liedjes in het IJslands. Björks stiefvader Sævar Árnason begeleidde haar op het album met zijn gitaar.

In 1980 studeerde Björk af aan het conservatorium en vormde ze met bassist Jakob Magnússon de band Jam-80, later Tappi Tíkarrass. Daarna volgden een groot aantal andere bands, waarvan de bekendste in 1986: The Sugarcubes. Björk kreeg een relatie met medebandlid Þór Eldon en trouwde met hem. Ze kregen een zoon Sindri Eldon Þórsson (8 juni 1986).

In 1992 besloten The Sugarcubes uit elkaar te gaan. Björk verhuisde naar Londen en begon een solocarrière.

In 1990 verscheen Björk in de IJslandse zwart-witfilm The Juniper Tree, gebaseerd was op het gelijknamige verhaal van de Gebroeders Grimm. Het was het begin van een filmcarrière met als hoogtepunt in 2000 de hoofdrol in de Deens-Franse film Dancer in the Dark van Lars von Trier.

In augustus 2004 trad Björk op tijdens de openingsceremonie van de Olympische Zomerspelen met het nummer "Oceania", van het album Medúlla.

Op het moment woont Björk in New York met haar partner regisseur Matthew Barney. Samen hebben ze een dochter, Ísadóra (3 oktober 2002)

Van Björk zijn wereldwijd meer dan 15 miljoen albums verkocht.

Björk maakte

     8 studioalbums

- Debut, juli 1993, haar "eerste" album, met 12 nummers

3. Venus as a Boy.  

- Medúlla, 2004

- Vespertine, het vierde studioalbum van Björk, 27 augustus 2001. Het theatergezelschap Hotel Pro Forma en Nationaltheater Mannheim hebben het album met 2 sopranen, jongenssopraan, bariton, kinder- en vrouwenkoor en orkest in 2019 omgevormd tot een opera: Vespertine – A Pop Album as an Opera. Geslaagde intrigerende poging.

- Utopia, het negende studioalbum van Björk, 24 November 2017

     2 filmscores

http://bjork.com

 

Hans Leenders (*Born, 19 december 1965), studeerde orgel, muziektheorie en Gregoriaans aan de conservatoria van Maastricht, Utrecht en Brussel  bij Jean Wolfs, Jan Raas, Jean Ferrard en Jean Boyer. Hij specialiseerde zich in de Franse barokmuziek en kreeg in 1992 zijn solistendiploma. In 1994 volgde hij Jean Wolfs op als cantor-organist van de basiliek in Maastricht. Hij is hoofdvakdocent orgel aan het Conservatorium Maastricht en is als artistiek adviseur verbonden aan het festival L’Europe & L’Orgue te Maastricht.

Hans Leenders is artistiek leider van het professionele kamerkoor Studium Chorale en dirigent van het Madrigalchor Aachen, het Basilicakoor en de Schola Nova te Maastricht.

Hans Leenders componeerde

     7 werken voor koor a cappella

     8 werken voor koor en orgel of andere instrumenten

- Missa Fons Bonitatis,  2015

- In Principio, 2017, voor koor en strijkkwartet

- Missa Choralis,  2021, voor koor en orgel, ook omgewerkt voor sopraan, viool en orgel

     4 werken voor hoge stem(men), koor en orgel

     4 werken voor zangstem en instrument

- Requiem voor sopraan en orgel, 2018

- Drei Deutsche Lieder, voor zangstem en piano, 2021

     orgelwerken

- Te Deum, 2022 

www.hansleenders-organist.nl

 

Moritz Eggert (*Heidelberg, Duitsland, 25 november 1965) studeerde vanaf 1975 aan het Dr. Hoch's Konservatorium in Frankfurt bij Wolfgang Wagenhaeuser en Claus Kühnl, aan de Musikhochschule Frankfurt bij Leonard Hokanson en aan de Hochschule für Musik und Theater München bij Wilhelm Killmayer. Later studeerde hij nog piano bij Raymund Havenith en Dieter Lallinger en compositie bij Hans-Jürgen von Bose in München. In 1997 vertoonde de Duitse TV een avondvullende film over zijn werk. In 2007 werd zijn zoon Milo Benjamin Eggert geboren. Vanaf 2010 is Moritz Eggert docent compositie aan de muziekhogeschool München. In 2016 kreeg hij de Louis Spohrmuziekprijs van de stad Braunschweig. Moritz Eggert verzorgt het Bad Blog of Musick, een blog voor eigentijdse muziek in Duitsland.

Moritz Eggert houdt van stripverhalen en bordspelen.

Moritz Eggert componeerde

     18 opera’s

- Die Schnecke, 2004

- “Freax”, libretto Hannah Duebgen, september 2007

- “All diese Tage”, april 2012

     1 melodrama

     1 ballet

- “Am Bal“, voetballet, 2008

     1 oratorium

- Die Tiefe des Raumes, voetbaloratorium, 2005

     1 mis

     21 werken voor dans- en muziektheater

- Openingsceremonie voor de 2006 FIFA World Cup

     24 (series) orkestwerken

     6 concerten

     4 werken voor bigband

     9 werken voor harmonieorkest

     70 (series) kamermuziekwerken

- Außer Atem, 1995 voor blokfluitkwartet en soloblokfluit, een concertklassieker

- Narziss voor sopraanblokfluit en slagwerk, 2001

- No. 34b, 2003, voor cello, fluit, klarinet, slagwerk, viool en tape

- 3D Fontane, 2012 voor 4 tenorbloklfuiten en drumset, krachtig werk

- Ablenkungsmanöver, 2012, instrumentaal theater voor fagot en piano, met medegebruik van een metronoom, een kookwekker, een  stropdas, een papierenbuis voor instrumentverlenging en een appel

- The collectors, voor piano en slagwerk, 2018

- Traité des passions, 6-delig werk voor blokfuit en barokensemble

     4 (series) werken voor piano

- "Hämmerklavier", 1994 – 2011, avondvullende pianocyclus van 24 delen

     31 (series) werken voor een ander instrument solo

     1 koorwerk

     2 werken voor koor met begeleiding

     14 (series) werken voor zangstem en instrument(en)

     11 (series) liederen voor zangstem en piano

     1 werk voor vocaal kwartet

     1 liedcyclus voor sopraan en jazzensemble

     4 hoorspelscores

     8 filmscores

www.moritzeggert.de

 

Richard Ayres (*Cornwall, Groot-Brittanië, 1965) studeerde op zomerscholen in Darmstadt en Dartington bij Morton Feldman. Tot 1989 studeerde hij compositie, elektronische muziek en trombone aan de Polytechnic in Huddersfield. Vanaf september 1989 studeerde hij bij Louis Andriessen aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar hij in 1992 afstudeerde. Hij bleef in Nederland wonen.

Sinds 2006 is Richard Ayres naast componist werkzaam als docent compositie aan het Conservatorium van Amsterdam.

Richard Ayres componeerde

     2 opera’s

     6 noncerto’s, virtuoze soloconcerten met de solist als antiheld

     6 andere orkestwerken

     5 werken voor zangstem en orkest

     1 werk voor koor en orkest

     4 kamermuziekwerken

- No. 34b, Twee stukken voor cello, fluit, klarinet, slagwerk, viool en tape. Het eerste deel is een wals "een geheime wals om te spelen in landen waar dansen niet is toegestaan". Het tweede deel is een koraal, een eerbetoon aan de schilder Alfred Wallis (1855-1942)

     1 koorwerk

     2 pianowerken

     1 elektronisch werk 

www.richardayres.com

 

Fabrice Bollon (*Parijs, Frankrijk,1965) studeerde bij Michael Gielen en Nikolaus Harnoncourt in Pariis en aan het Mozarteum in Salzburg. Daarna studeerde hij nog bij Georges Prêtre en Mauricio Kagel.

Fabrice Bollon was assistent bij de Salzburger Festspielen en dirigent van talloze orkesten in Europa. Sinds 2008 is hij Chef-dirigent van het Filharmonisch Orkest van Theater Freiburg.

Fabrice Bollon componeerde

     1 opera

- Oscar und die Dame in Rosa, naar het verhaal Oskar und die Dame in Rosa van Éric-Emmanuel Schmitt, 5 januari 2014

     5 orkestwerken

- Your Voice Out of the Lamb, concert voor blokfluitspeler (moet alle grootten van (elektronisch versterkte) blokfluiten gebruiken) en orkest, 2015.

     3 series werken voor 8 zangers en orkest, geschreven voor de Swingle Singers

     1 serie werken voor 8 zangers, geschreven voor de Swingle Singers

     1 serie werken voor cello solo

     1 serie variaties voor piano

www.fabricebollon.com

 

Massimo Botter (*Italië, 1965), afgestudeerd pianist, studeerde daarna compositie bij Azio Corghi en Alessandro Solbiati aan het Conservatorium "Giuseppe Verdi" in Milaan en elektronische muziek en compositie bij Riccardo Sinigaglia.

Massimo Botter componeerde

     20 kamermuziekwerken

     4 werken voor zangstem en instrumenten

     10 werken voor orkest of groot ensemble

     1 werk voor harmonieorkest

     2 pianowerken

     1 werk voor solozangstem

     4 werken voor een ander instrument solo

- Tres Palabras voor piccoloklarinet in es, erg sterk werk

www.mbotter.it

 

Jan Hendrik Van Damme (*België, 1965) is het laatste kind van vijf uit een kunstenaarsgezin. Zijn vader is graficus, bekend om zijn meesterlijke houtsneden en kopergravures. Zijn moeder is kalligrafe Jan Hendrik Van Damme kreeg vanaf zijn zesde muziekles en ontdekte op zijn twaalfde dat hij liever componeerde dan musiceerde. Hij studeerde aan het conservatorium compositie bij Luc Van Hove en begon daarna en een loopbaan in het muziekonderwijs.

In 2009 werd Jan Hendrik Van Damme directeur van de academie in Ekeren. Hij woont in Antwerpen

Jan Hendrik Van Damme componeerde

     10 theatermuziekwerken

     13 orkestwerken

     26 kamermuziekwerken

     9 koorwerken

     120 kinderliedjes

     3 filmscores

www.janvandamme.be

 

Matthias Heep (*Wiesbaden, Duitsland, 1965) studeerde Muziekwetenschappen en germanistiek an de Universiteit van Heidelberg en daarna aan de Muziekacademie van Basel in Zwitserland compositie en muziektheorie bij Detlev Müller-Siemens en Rudolf Kelterborn en koordirectie bij Hans-Martin Linde. Van 1996 tot 2010 doceerde hij klassieke toonzetting aan de Jazzafdeling van de Muziekhogeschool in Basel.

Matthias Heep werkt als componist en koordirigent.

Matthias Heep componeerde

     1 installatie

     4 opera’s

     5 toneelmuziekwerken

     1 oratorium

     2 orkestwerken

     7 kamermuziekwerken

- Rituais (Rituelen), cyclus gebaseerd op de 8 Orixá-Sculpturen in het Dique do Tororó in Salvador de Bahia in Brazilië, voor blokfluiten (één speler), 2020, opgedragen aan blokfluitste Dagmar Wilgo

     12 (series) koorwerken a capella of met instrument(en)

     20 (series) liederen voor zangstem(en) en instrument(en)

     3 (series) orgelwerken

https://matthias-heep.ch

Ute Jobes (*Aken, Duitsland, 1965) groeide op in een muzikaal en kunstzinnig gezin. In het gezin werden verschillende instrumenten bespeeld: fagot, viool, gitaar, mandoline en piano en werd er samen gezongen en gemusiceerd.

Op 6-jarige leeftijd begon Ute met blokfluit- en op een leeftijd van 8 jaar met pianoles. Later volgde ze lessen voor hobo bij Gerhard Spiessberger, klarinet, gitaar en djembe. Zanglessen volgde zij bij Rolf Schmitz-Malburg, Kathelijn van Dongen, Frank Hermans, Louise Deal en Claudia Couwenbergh. Ute Jobes leidde vocale en instrumentale ensembles en zong in verschillende koren. Ze speelde hobo in diverse kamermuziekensembles. 

In november 2012 voltooide Ute met succes de Meerjarige Dirigenten Opleiding in Tilburg.

Op het moment (2019) is ze dirigent van diverse koren en zingt ze in diverse andere ensembles mee.

Ute is sinds september 2016 aangesloten bij de Stichting Limburgse Componisten.

Een aantal jaren geleden ontdekte Ute haar passie om te componeren. Professionele ondersteuning ontvangt zij daarin van Kentaro Sato en Ludo Claesen.

Ute Jobes componeerde

     2 missen

     35 (series) koorwerken of zangstemmen a capella

     1 kamermuziekwerk

     2 werken voor zangstem en piano

     Vrouwen, 2019, op een sonnet van Joke van Leeuwen  

     2 werken voor zangstemmen en orgel

 

Geert Schoonbeek de Vlaming (*1965) studeerde gitaar, saxofoon en piano.

Geert Schoonbeek de Vlaming componeerde

     8 kamermuziekwerken

- strijkkwartet nr. 1 “paradisum"

     2 werken voor koperblazers

     1 koorwerk

     1 pianowerk

     2 werken voor beiaard

     3 werken voor marimba

 

Renske Vrolijk (*Haarlem, 1965) volgde als kind een semiprofessionele muziekopleiding en wilde van zingen haar werk maken. Toen in de puberteit haar (was toen nog zijn) stem veranderde was de aan genderdyforie onderworpen Renske behoorlijk ontregeld. Er volgde een transtie. Renske Vrolijk studeerde van 1987 - 1989 compositie aan het Conservatorium Utrecht bij Joep Straesser en van 1989 - 1994 aan het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium bij Daan Manneke en Geert van Keulen.

Renske Vrolijk componeerde

     1 werk voor ensemble, tape en zangstem

     2 werken voor piano

     9 kamermuziekwerlen

     4 kamermuziekwerken met elektronica

- GHOST WALL voor blokfluitkwartet met live elektronica, 2009.

     2 werken voor zangstem(men) en instrumenten en elektronica

- Whirly Girls voor blokfluit, percussie, sopraan, viool en elektronica, 2010. Met vier composities wordt een ode gebracht aan vijf vrouwen die hun sporen hebben verdiend in de 20ste eeuw.

     1 werk voor zangstem(men), instrumenten, elektronica en video

- CHARLIE CHARLIE, voor ensemble, zangers, electronica en video, 2007

     3 orkestwerken

     3 werken voor koor, solist en ensemble

- #uncut, voor kamerkoor, ensemble, mezzosopraan, tenor en kindsopraan, 2020, over het verliezen en terugvinden van de stem van een transvrouw. Poëtisch en confronterend. Een beetje Renskes eigen vehaal. Geschreven voor het Nederlands Kamerkoor

     1 werk voor koor

     1 pianowerk

     1 werk voor orgel

     2 werken voor carillon en elektronica

http://rvsmile.com

 

Roderick Williams (*Noord Londen, Engeland, 1965) was na zijn universitaire opleiding drie jaar schoolmuziekdocent, terwijl hij intussen  studeerde voor een carrière als professioneel zanger.

In 1992 en 1994 won hij belangrijke prijzen als bas/bariton zanger en daarna ontwikkelde hij zich al gauw als een veelgevraagd operazanger. Hij zingt op het moment ook solorecitals en soloconcerten, en ontwikkelt zich als componist.

Roderick Williams componeerde

     2 werken voor zangstem en piano

     2 werken voor zangstem en orkest

     4 koorweken

- O Adonai, et dux domus Israël, bijzonder koorwerk; een serene sfeertekening van een ‘aards” koor dat zingt tegen de achtergrond van jubelende engelen, en een cantor als derde muzikale laag.

 

Markus Zahnhausen (Saarbrücken, Duitsland, 12 maart 1965 – München, 17 april 2022) studeerde aan het Richard-Strauss-Konservatorium in München bij Hermann Elsner en aan de Universiteiten in Trier en München Slavistiek en Muziekwetenschap.

Vanaf oktober 2002 doceerde hij blokfluit aan de Muziek- en Theaterhogeschool in München. Verder was hij overal in de wereld als gastdocent bezig. Daarnaast was Markus Zahnhausen muziekjournalist voor de Bayerischen Rundfunk, voor de Beierse Kunstakademie en voor vaktijdschriften en werkte hij als uitgever van moderne blokfluitmuziek.

Markus Zahnhausen componeerde

     1 theatermuziekwerk

     4 orkestwerken

- Recordare, concert voor soloblokfluit en symfonieorkest, 2015, wordt een klassieker; prachtig concert. Aanleiding voor de compositie waren de de brieven en het oorlogsdagboek van zijn in de Tweede Wereldoorlog in Wit-Rusland omgekomen grootvader. De zinloosheid van oorlogsdoden wordt in het werk gethematiseerd.

     8 vocale werken

     12 kamermuziekwerken

- Bildnis, voor cello solo

- Strophen, 2000, voor fagot solo

     32 (series) werken voor en met blokfluiten, zie voor een volledig overzicht hoofdstuk 6. Componisten van blokfluitmuziek.

- Flauto dolce solo, 7 werken voor altblokfluit solo, 1990

+ Schlaflied für einen Kolibri, fladderend

- Jahreszeichen voor blokfluit (alt/sopraan) solo, 1991, vier uitgebreide suites:

+ Frühlingsmusik, vierdelige suite

4. Junicanari, voor sopraanblokluit

+ Sommerklänge

+ Herbstmusik

+ Winterbilder, vijfdelige suite

4. Ein Hauch von Frühling, sopraan- èn altblokfluit       

- Lux aeterna voor altblokfluit solo, 1994, fascinerende flageolettonen

- Sviréli voor strijkorkest en 4 blokfluiten, 2001

- Pan erwacht voor blokfluit en strijkorkest, 2006

- IKONA voor blokfluit (alt/sopraan) solo, 2006, opgedragen aan een Russische vriendin.

- Birds and Chimes voor blokfluitorkest, 2014, geschreven voor het Berliner BlockflötenOrchester 

www.zahnhausen.com 

 

Dominique Pauwels (*België, 1965?) studeerde piano aan het Koninklijk Muziekconservatorium Gent tussen 1985 en 1989. Daarna vervolgde hij tot 1991 zijn studies compositie en filmcompositie aan het Berklee College of Music te Boston, (Massachusetts). In de daarop volgende jaren ging hij zich meer toeleggen op computertechnologieën en software voor composities. Hij volgde een opleiding Algoritmische Compositie en Compositie met MAX (software ontwikkeld aan het IRCAM) aan het Sweelinck Conservatorium Amsterdam (1991-1992). In de daarop volgende jaren volgde hij in de Académie d’Été (IRCAM, Parijs) Interactie tussen componist, uitvoerder, wetenschapper en nieuwe computertechnologieën (1993) en Werken met Patchwork: Compositie met als model de frequenties van de harmonieken van ieder instrument in het orkest (1994).

Sinds 2004 is hij vaste huiscomponist bij het Gentse muziektheaterensemble LOD,  waar hij onder meer nauw samenwerkt met choreografe en danseres Karine Ponties.

Dominique Pauwels componeerde

     10 (muziek)theater/dansproducties

- Ghost Road, 2012, script Fabrice Murgia

     8 kamermuziekwerken (met elektronica)

     17 T.V.-producties

     14 filmscores

 

 

 

zat